Week van de Chileensheid (?)

28 september 2018 - Santiago, Chili

Ik denk dat er maar weinig landen zijn waar ze de installatie van de eerste militaire junta van het land groots vieren, maar in Chili kan het. Op 18 september gaat iedereen los. De hele maand september eigenlijk. Op elk gebouw, of het nou een krot is of een hypermodern kantoorgebouw, prijkt een Chileense vlag, het liefst zo groot mogelijk. Dat moet ook, wettelijk gesproken, want elk gebouw zonder vlag krijgt een boete. In de file op de snelweg lopen verkopers tussen de auto´s door met speciale vlaggetjes die je op je auto kunt vastmaken. De hele week van 18 september is een nationale vakantie, la semana de Chilenidad (week van de "Chileensheid," hoewel dat niet echt een woord is). Op tv schreeuwen de reclames wat je allemaal zou moeten kopen voor de fiestas patrias (vaderlandse feesten). Het is een beetje zoals in Nederland met Sinterklaas of Koningsdag: het het is leuk, maar je wist niet dat je zo veel moest kopen om het feest tot een succes te maken.

Eerlijk gezegd heb ik het grootste deel van de 18e in huis doorgebracht. Het regende dat het goot en niemand die ik kende ging iets leuks doen. Gelukkig was het droog op de 19e en besloot ik met mijn gastgezin en aanhang mee te gaan naar een fonda. Dat is een soort combinatie van vrijmarkt op Koningsdag meets bevrijdingsfestival meets braderie. In heel Chili zijn er honderden van deze fonda’s. Je betaalt om het terrein op te komen, wat vaak een stadspark is. Eenmaal binnen zijn er hondenshows, voorstellingen van politiepaarden en kraampjes met allerlei soorten zelfgemaakte producten met een hoog souvenirgehalte. En er is eten. Heel veel eten.

Ik krijg vaak de vraag van vrienden en familie of de chili con carne goed is in Chili, maar alleen omdat het woord “chili” voorkomt in de naam, betekent nog niet dat het ook daadwerkelijk uit Chili komt. Het eten hier is veel meer en beter dan dat. Er zijn empanada’s, churripanes, enorme spiesen van een halve meter met rundvlees en gegrilde groenten, aardbeien met chocolade op een stokje, er is chicha, een soort lichte wijn, en natuurlijk liters van het nationale mixdrankje, de terremoto (aardbeving). Als we lunchen in een van de grote tenten die het terrein rijk is, krijgen we een enorme steak voorgezet. Al kluivend kijken we naar voorstellingen van verschillende muziek- en dansgroepen. Kinderen voeren de cueca op, de nationale dans. Af en toe halen ze mensen uit het publiek om mee te dansen. Ik ben blij dat ik te ver van het podium af zit om daarvoor gevraagd te worden.

Daarna komt er een dansgroep op die de dansen van verschillende inheemse bevolkingsgroepen opvoert. Gekleed in niet meer dan een lendendoek, een kokosnoten-bh en een verentooi doen ze een soort haka van Rapa Nui (Paaseiland). Ik vind het ironisch dat overduidelijk blanken van Spaanse afkomst een stukje cultuur overnemen van een volk dat nogal weerstand biedt aan Chileense bemoeienis op hun eiland. Ook de Mapuche dans met trommels en traditionele kleding geeft me een dubbel gevoel. Het is mooi om te zien en goed voor de promotie van de Mapuche, maar ik vraag me af of het niet beter is om echt te investeren in goede relaties met de Mapuche in plaats van te doen alsof er niks aan de hand is en blij een dans op te voeren van een ander volk waarmee je ruzie hebt.

Nog steeds nadenkend over neokolonialisme en cultuurpiraterij loop ik een nagebouwd traditioneel Mapuche huis in en koop een vlag van het volk. Deze zie je veel op bijvoorbeeld taxi’s en als versiering op rugzakken. Hierna gaan we bij de rodeo’s kijken, een typische sport voor rijke, blanke boeren. Gezeten op hun paard en gekleed in poncho’s, hoed en rijlaarzen met enorme sporen moeten ze in duo’s een koe op zien te drijven en haar tegen een muur zien te duwen. Het is eigenlijk best wel opwindend om te zien, elke keer is het weer spannend of de paarden gehoorzaam genoeg zijn om de koe de juiste richting op te sturen. De schuimbekkende dieren zijn erg spectaculair om te zien, zeker in combinatie met een paar knappe Latino’s in rijlaarzen, hoewel ik het niet kan helpen een beetje medelijden te voelen met die arme, opgejaagde koe.

Een national(istisch)e dag is ook een mooie kans voor het leger om z’n beste beentje voor te zetten. Af en toen vangen we een glimp op van de vliegtuigen en helikopters die onderdeel zijn van de militaire parade in het centrum. Ook op de fonda zijn er een aantal uitstallingen van de verschillende onderdelen van het leger. Als je wilt weten hoe zwaar een mitrailleur is, kan je er een aantal optillen in de tent van de ejercíto (landmacht). In de tent van de armada (marine) wordt ik aangesproken door een soldaat in pilotenuniform, die wonder boven wonder Engels spreekt. Als hij hoort dat ik uit Nederland kom, wordt hij helemaal enthousiast en vertelt hij dat Chili een aantal oorlogsschepen heeft overgenomen van Nederland. Ik vertel hem dat dat me niks verbaast omdat ons kleine landje veel te veel vertrouwt op de NAVO en het te druk heeft een belastingparadijs te worden om te investeren in het leger. In de tent van de fuerza aérea (luchtmacht) probeert een broekie, vers van de luchtmachtacademie, met met te flirten, maar ik heb meer interesse in de replica van een Brits vliegtuig uit 1920.

In de vrije dagen na de nationale feestdagen besluit ik niks anders te doen dan chillen, met vrienden afspreken en hier en daar een rondje te hardlopen. Toegegeven, het voelt lui, maar het is vakantie, dus waarom niet?

1 Reactie

  1. Emmeloes:
    29 september 2018
    Wat leuk dat je je zo onderdompelde in de nationale feesten Machteld!